Migratie opvattingen blijven gelijk, verdeeldheid groeit. What's up with that?

Ben & Jerry’s en journalistiek platform OneWorld slaan de handen ineen voor een drieluik over de opmars van xenofobie in Nederland en Europa. OneWorld onderzocht de oorsprong, gevolgen en bestrijding van vreemdelingenhaat. Dit onderzoek is mogelijk gemaakt met de steun van Ben & Jerry’s. Het originele artikel is hier te vinden bij OneWorld.

Hoe xenofobie ‘normaal’ werd in Nederland en Europa

Het lijkt wel alsof Nederland en Europa steeds meer xenofoob worden. Maar de cijfers laten een heel ander beeld zien: onze mening over migratie is stabiel gebleven. Waarom wint rechts-radicaal gedachtengoed dan toch zoveel terrein?

De Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid zegt het, de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie zegt het, net als talloze politicologen, sociologen en historici: xenofobie en extreemrechtse ideeën zijn ‘genormaliseerd’ geraakt in Nederland en Europa. Anti-migratieretoriek is overal; rechts-radicale partijen boeken grote winsten; de rechten van asielzoekers en vluchtelingen worden steeds meer ingeperkt.

Tegelijkertijd is er iets vreemds aan de hand. Volgens cijfers zijn migratieopvattingen in Europa redelijk stabiel. Ook in Nederland is de publieke opinie over migratie al twintig jaar min of meer neutraal: niet overwegend negatief, maar ook niet overtuigend positief. “De cijfers over anti-migratiesentimenten komen voor velen als een verrassing,” zegt migratieonderzoeker Lenka Dražanova. Want hoe komt het dan dat politieke partijen met xenofobe standpunten in heel Europa zichtbaar groeien? Een terugblik op hoe migratie (en xenofobie) hét politieke thema van deze tijd werd.

photo 1 part 2.jpg

photo 2 part 2.jpg

Over de data in dit artikel

Xenofobie en een anti-migratiehouding zijn niet hetzelfde, maar hangen wel met elkaar samen. Voor dit artikel werd de European Social Survey geraadpleegd, die respondenten onder andere de volgende vragen stelt: in hoeverre zijn immigranten een economische verrijking, een culturele verrijking, en is uw land een betere of slechtere plek geworden door migranten? Van de antwoorden heeft OneWorld een gemiddelde berekend, op een schaal van 0 (uiterst negatief) tot 10 (uiterst positief).

Voor de opkomst van rechts-radicale partijen is data van PopuList en ParlGov gebruikt.

Voor de selectie van de landen is gekeken naar de volledigheid van de data en de meest opvallende trends. Van Italië en Oostenrijk is enkele jaren geen data beschikbaar over de migratie-opvattingen.

photo 3 part 2.jpg

photo 4 part 2.jpg

Hoe extreemrechts uit de verdomhoek sloop

In de jaren 70 en 80 kon Nederland, net als veel andere West-Europese landen, er niet meer omheen: we zijn een immigratieland. Turkse en Marokkaanse ‘gastarbeiders’ mochten blijven, veel Surinamers kwamen vanwege de onafhankelijkheid naar Nederland en daarmee groeide ook weerstand tegen immigratie: in 1971 werd de extreemrechtse partij Nederlandse Volks-Unie (NVU) opgericht, die zich fel keerde tegen de komst van Surinamers.

photo 5 part 2.jpg

De NVU maakte geen schijn van kans: sinds de Tweede Wereldoorlog zat extreemrechts in de verdomhoek in West-Europa. Maar langzaamaan begon dat te keren. In 1982 won de Centrumpartij van Hans Janmaat één zetel: hij wilde de multiculturele samenleving ‘afschaffen’ en gebruikte leuzen als ‘eigen volk eerst’, wat toen nog op felle tegenreacties stuitte. Kamerleden liepen weg of onderbraken hem tijdens toespraken. Zijn partij is nooit groot geworden.

photo 6 part 2.jpg

Naarmate in de jaren ’80 meer vluchtelingen naar West-Europa kwamen uit onder meer Irak, Iran, Sri Lanka en Joegoslavië, veranderde ook het asielbeleid. In Nederland werd in 1987 het eerste asielzoekerscentrum geopend. “Daarvóór werden vluchtelingen direct opgenomen in de samenleving”, vertelt Halleh Ghorashi, antropoloog bij de Vrije Universiteit en onderzoeker naar het vluchtelingenbeleid. “De overheid wilde meer controle en kostenbesparing; daarom werd het beleid steeds meer gecentraliseerd. Maar op lange termijn is er uiteindelijk nog controle noch kostenbesparing gekomen”, aldus Ghorashi.

In de jaren 80 werd migratie hét thema van extreemrechtse organisaties in Europa. Geweld werd steeds minder geschuwd. Zo radicaliseerde een groot deel van de veelal extreemrechtse ‘skinheadbeweging’, die in het Verenigd Koninkrijk was ontstaan en zich eind jaren 80 verspreidde over West-Europa. Dat leidde de jaren erna tot een piek in racistisch geweld. Ook in Nederland werden azc’s en moskeeën doelwit van brandstichting en bommeldingen.

photo 7 part 2.jpg

Berucht is de aanslag in de Oost-Duitse stad Rostock in 1992. Dagenlang werd een azc door betogers bestookt met stenen en molotovcocktails; en dat was slechts één aanval in een golf van aanslagen. Volgens historici legde deze periode de voedingsbodem voor latere successen van het extreemrechtse Alternative für Deutschland (AfD), voornamelijk vanwege de reactie van de autoriteiten: wegkijken en toegeven. Het azc in Rostock verdween, zoals ook veel andere opvanglocaties in Oost-Duitsland.

Niet veel later begon de aandacht van extreemrechts wéér te verschuiven, van migratie naar islam. “Al in de jaren 90 begon het beeld te ontstaan dat de islam en Nederland niet compatibel zijn”, legt Ghorashi uit. Dat idee kreeg een enorme boost tijdens de turbulente jaren 2000, met de aanslagen van 11 september en de moorden van Pim Fortuyn en Theo van Gogh.

photo 8 part 2.jpg

Volgens onder meer politicoloog Matthijs Rooduijn hebben rechts-radicale partijen hun nieuwe succes ook te danken aan een slimme tactiek. De standpunten veranderden niet zoveel; Wilders pleitte al in zijn eerste verkiezingsprogramma voor een ‘immigratiestop voor niet-westerse allochtonen’. Wel werd radicaal-rechts ‘gemoderniseerd’: nazisymbolen, waarmee bijvoorbeeld skinheads werden geassocieerd, werden afgeworpen en immigratie werd geassocieerd aan reële problemen, zoals het verlies van de verzorgingsstaat, werkzekerheid en terrorisme. De migrant werd de zondebok van deze problemen. Ook partijen die als gematigder te boek staan droegen bij aan deze normalisatie, schrijft Rooduijn, door op te schuiven naar rechts op het thema migratie en standpunten die ooit radicaal waren, over te nemen.

Vooral de laatste vijftien jaar veranderde het politieke klimaat in Europa ongekend, zegt Dražanova. “Uitspraken die voorheen ondenkbaar waren, zijn normaal geworden.” Zo bracht De Groene Amsterdammer in kaart hoe Nederlandse media en politiek de islam steeds minder als religie, en meer als radicaal gedachtegoed omschreven, terwijl ‘de gewone Nederlander’ een veel gebezigde term werd in Den Haag. Uit dat onderzoek valt vooral op dat er geen sterk tegengeluid te horen was. De tijd van Hans Janmaat en de felle tegenreacties op xenofobie, was voorbij.

Wel of geen podium geven?

Een vraag die journalisten al jaren bezighoudt: maak je extreemrechts groter door het een podium te bieden? Politicoloog Léonie de Jonge deed hier uitgebreid onderzoek naar binnen de Benelux. Waar Nederlandse media, zeker sinds de dood van Pim Fortuyn, er een missie van hebben gemaakt om de ‘gewoner burger’ te spreken, oftewel de aanhang van anti-migratie partijen, hadden de media in Luxemburg en België een cordon sanitaire: rechts-radicale partijen kregen geen zendtijd.

Dat ‘werkt’ – het draagt bij aan het klein houden van extreemrechts – op twee voorwaarden, luidt de conclusie. Namelijk dat er duidelijke regels gelden én dat het cordon sanitaire al bestaat vóórdat een rechts-radicale partij groeit. In Vlaanderen vertoonde het cordon sanitaire namelijk al snel barsten. Toen de rechts-radicale partij Vlaams Belang eenmaal aan het groeien was, konden de media er niet meer omheen, schrijft De Jonge.

Vluchtelingen werden gelukszoekers

Vluchtelingen waren nog niet het voornaamste doelwit van de xenofobe retoriek in de jaren ‘00, zegt Ghorashi. Van hen bestond het beeld dat ze vooral slachtoffers waren. “Dat was óók problematisch, maar er was tenminste een politieke bereidheid om hen te helpen. Ze werden toen niet gezien als gevaar voor de samenleving, wat nu veranderd is.”

photo 9 part 2.jpg

De omslag in dat denken over vluchtelingen begon in 2015, toen een recordaantal vluchtelingen Europa bereikte: ruim één miljoen mensen, voornamelijk Syriërs. Journalisten raakten in die tijd ‘geobsedeerd’ met migratie, schrijft Rooduijn. Kranten schreven over een ‘tsunami’ van asielzoekers, de vluchteling was plots een ‘gelukszoeker’. “En hoe meer we ergens over nadenken, hoe intenser onze mening wordt én hoe meer dat onze stemkeuze beïnvloedt,” vult migratieonderzoeker Dražanova aan. “Dat verklaart waarom zeker sinds 2015 anti-migratie partijen groeien en het discours zo verhard is, terwijl de publieke opinie hetzelfde bleef.”

Het beeld van de vluchteling kantelde: van ‘slachtoffer’ naar ‘gevaarlijk’. En het beleid? Hoewel die vluchtelingenpiek eventjes tot een wildgroei aan burgerinitiatieven en vrijwilligers leidde, heeft het kabinet volgens Ghorashi weinig gebruikgemaakt van dat enthousiasme. De focus lag opnieuw op controle en crisisbestuur. “Die maatschappelijke energie is daarom deels weggezakt; zo zonde.” En de EU heeft sinds 2015 steeds openlijker het doel om migranten vooral ver bij Europa vandaan te houden – met behulp van grenshekken, migratiedeals en geweld door onder andere grenswachtorganisatie Frontex aan de buitengrenzen.

In een rapport van de Anne Frank Stichting wordt de periode 2015-2016 ook omschreven als de tijd waarin de taboesfeer rondom extreemrechts definitief verdween. Niemand keek ervan op wanneer groepen als de Duitse protestbeweging Pegida (die ageert tegen de ‘islamisering’ van Europa) opdoken bij lokale protesten tegen azc’s.

Expliciet racisme

De laatste jaren maakten ook expliciet racisme, wit superioriteitsdenken en complottheorieën een terugkeer. Deze ideeën, ook wel alt-right oftewel alternatief rechts genoemd, kwamen uit de taboesfeer toen Donald Trump de Amerikaanse verkiezingen won. Sindsdien heeft onder meer de ‘omvolkingstheorie’ het grote publiek bereikt. Die theorie stelt dat er een bewuste strategie gaande zou zijn om de witte Europese bevolking te ‘vernietigen’ middels immigratie. Tijdens zijn intrede in de Tweede Kamer sprak FvD-leider Thierry Baudet al van de ‘homeopathische verdunning van de Nederlandse bevolking’.

photo 10 part 2.jpg

En mainstream partijen? Die werden opnieuw meegezogen in een golf van xenofobie, schrijft onder meer de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie (ECRI) in een rapport. Het rapport haalt bijvoorbeeld de uitspraak ‘Doe normaal of ga weg’ aan van premier Rutte uit 2017, gericht aan mensen die nieuw in Nederland zijn, net als de uitspraak van (dan minister van Buitenlandse Zaken) Stef Blok in 2018 dat vreedzame multiculturele samenlevingen niet bestaan. De conclusie van het ECRI-rapport was hard: haatzaaien, xenofobisch taalgebruik en bangmakerij zijn ‘aan de orde van de dag’ in Nederland.

Hoe zit dat met de toekomst?

Een van de gevolgen is de opvangcrisis. Het COA luidde al in het voorjaar van 2021 de alarmbellen over een gebrek aan plekken. Volgens Ghorashi zien we een herhaling van zetten, en een teken dat er sinds 2015 niets is geleerd: “Opnieuw wordt er gedacht vanuit noodzaak en crisisstand, in plaats van aansluiting te creëren tussen asielzoekers en de maatschappij. De overheid focust steeds meer op controle, in plaats van het welzijn van vluchtelingen.”

Ondanks alles blijft de publieke opinie over migratie redelijk onbewogen. Blijft dat zo? Een onderzoek van Dražanova wekt weinig hoop: daaruit blijkt dat het politieke klimaat waarin een generatie opgroeit, nog lang doorklinkt in hun politieke opvattingen. Dat kan betekenen dat jongeren van nu als volwassenen relatief negatief zullen denken over migratie. Tegelijk zijn het juist jongeren die via onderwijs en nieuwe ontmoetingen nog vrij gemakkelijk hun opvatting bijstellen, zegt Dražanova.

Dus hoeveel zorgen moeten we ons precies maken? “Historisch gezien is het heel normaal dat periodes van meer en minder tolerantie elkaar opvolgen. Maar de huidige trend is zeker zorgwekkend. De vraag is waar dit ophoudt – en hoe we zórgen dat het ophoudt.”

Dit was het tweede deel in een drieluik over xenofobie. De delen zijn afzonderlijk van elkaar te lezen. Lees deel 1 hier. In deel drie de vraag: hoe herken (en bestrijd) je xenofobie