Wordt xenofobie in Nederland bewust versterkt door politieke partijen?​

Ben & Jerry’s en journalistiek platform OneWorld slaan de handen ineen voor een drieluik over de opmars van xenofobie in Nederland en Europa. OneWorld onderzocht de oorsprong, gevolgen en bestrijding van vreemdelingenhaat. Dit onderzoek is mogelijk gemaakt met de steun van Ben & Jerry’s. Het originele artikel is hier te vinden bij OneWorld.

Wat is xenofobie eigenlijk, en waar komt het vandaan?

Protesteren tegen een noodopvang voor asielzoekers: pure xenofobie volgens de één, ‘bezorgde burgers’ volgens de ander. Wat is xenofobie eigenlijk, waar komt het vandaan, en waarom is de één negatiever over migratie dan de ander? ‘Politiek beleid heeft een voedingsbodem voor xenofobie gecreëerd.’

‘We hebben helemaal geen hekel aan andere mensen, we zijn het alleen niet gewend. Toch een beetje de angst voor het onbekende, denk ik.’ De woorden van een lokale politicus uit Tubbergen (Overijssel) in augustus dit jaar tegen Trouw. Bewoners van de gemeente protesteerden tegen de komst van asielzoekers in een hotel in de buurt van het dorp. Nederland is op dat moment al maandenlang verwikkeld in een opvangcrisis waarbij mensen die in Ter Apel een asielaanvraag wilden doen nachtenlang buiten moesten slapen. Tijdens demonstraties werden sommigen van hen met eieren bekogeld; in het beoogde ‘asielhotel’ in gemeente Tubbergen werd brand gesticht.

Het vijandige sentiment richting asielzoekers komt amper als een verrassing. Aan de Europese buitengrenzen is al lange tijd een ‘opvangcrisis’ gaande. Asielzoekers wachten jarenlang in overvolle vluchtelingenkampen, worden teruggestuurd bij zogeheten pushbacks of verdrinken zelfs op de Middellandse Zee. Ook de vijandige reacties van omwonenden zijn in lijn met de decennialange winsten van antimigratiepartijen in Europa.

Toch houden velen vol dat het hier niet om xenofobie gaat; mensen zijn simpelweg bezorgd over migratie, klinkt het. Waar ligt de grens? Wat ís xenofobie eigenlijk, en waar komt het vandaan?

Wat is xenofobie?

Xenofobie is letterlijk ‘angst voor het onbekende’. De woordenboekdefinitie luidt: ‘Een angst of haat voor vreemdelingen of buitenlanders’. Volgens de VN-rapporteur racisme en xenofobie, richt xenofobie zich op iedereen die als buitenlander wordt gezien, inclusief mensen die geboren zijn in het land waar ze wonen maar een migratieachtergrond hebben. Xenofobie is dan ook nauw verbonden met racisme, maar niet altijd hetzelfde: racisme gaat specifiek om etniciteit en huidskleur. Xenofobie kan in principe óók bestaan tussen mensen met dezelfde huidskleur (zoals Oost-Europeanen in Nederland, of Nigeriaanse migranten in Zuid-Afrika).

Anti-migratiehoudingen en xenofobie gaan vaak hand in hand, maar dat betekent niet dat iedereen die kritisch is op migratie xenofoob is. Dat benadrukt Lenka Dražanová, politicoloog en onderzoeker bij het Europese onderzoeksinstituut Migration Policy Center. “Wie bezorgd is dat migratie geld kost, of om extra concurrentie op de arbeidsmarkt, heeft niet per se een hekel aan buitenlanders. Er zijn ook mensen die vóór het opvangen van vluchtelingen zijn, maar tegen arbeidsmigratie.” De cijfers bevestigen dat (zie figuur 1): lang niet alle Europeanen die immigratie als probleem zien, zouden het ook een probleem vinden om een migrant als buurman of familielid te hebben.

Overigens is ons beeld van de ‘migrant’ ook vertekend, zegt Dražanová. Als migranten hoogopgeleid zijn en bovengemiddeld veel verdienen, worden ze plots ‘expats’ genoemd, stelt het CBS. “Xenofobie is echt een vooroordeel op basis van afkomst”, vat Dražanová samen.

Volgens mensenrechtenjurist Domenica Ghidei is xenofobie méér dan die angst of haat voor vreemdelingen: het bestaat ook uit keiharde uitsluiting en discriminatie. “Je mag zelf weten naast wie je gaat zitten in de bus, of met wie je trouwt, dat zijn individuele zaken. Pas als bepaalde groepen niet meer mogen participeren in de samenleving, hebben we het over institutionele uitsluiting.” Dat is uiteindelijk een gevolg van vreemdelingenhaat, xenofobe retoriek én beleid.

Een korte geschiedenis

De geschiedenis van de term xenofobie laat die wisselwerking tussen beleid, retoriek en een ‘angst voor vreemdelingen’ goed zien. Historicus en psychiater George Makari schrijft in zijn boek Of Fear and Strangers: a History of Xenophobia dat ‘xenofobie’ voor het eerst werd gebruikt in schrift rond 1880, door anonieme Britse en Franse journalisten. Zij hadden het over doorgeslagen nationalisme, het idee dat het ‘eigen volk’ superieur is aan andere naties. Dat was relatief nieuw, want eerder had vooral religie, en niet nationalisme, voor een gedeelde politieke identiteit gezorgd in Europa.

Vervolgens werd de term enige tijd gebruikt – of misbruikt – om het verzet in de koloniën te veroordelen, schrijft Makari. Tijdens de zogeheten Bokseropstand rond 1900[annotation]Een gewelddadige opstand onder jongeren in Noordoost-China richting Britse imperialisten, maar daarmee ook richting vrijwel álle buitenlanders[/annotation] stroomden Europese kranten vol met de term. De opstand zou niets meer zijn dan een geweldsuitbarsting van irrationele, vijandelijke, ‘barbaarse’ mensen; zulke xenofobie zou zelfs alléén voorkomen onder niet-westerse mensen.

Naarmate er meer migranten richting het Westen kwamen, werd xenofobie een synoniem voor de vreemdelingenhaat waar zij op stuitten. Zo vluchtten honderdduizenden joden eind 19e eeuw vanwege Russisch geweld naar het Verenigd Koninkrijk. Media en politici spraken van een immigratieprobleem, een ‘invasie van Hebreeuwen’ en een gevaar voor de arbeidersklasse; uiteindelijk werd in 1905 de eerste migratiebeperkende wet ingevoerd. Ondertussen werd in de VS in 1882 de Chinese Exclusion Act ingevoerd, waarmee alle immigratie uit China werd stopgezet. De wet bleef zestig jaar van kracht.

In de loop van de 20e eeuw kreeg de term xenofobie een bredere betekenis, waar ook de haat naar minderheden in eigen land onder valt – in het Westen én daarbuiten.

Waar komt xenofobie vandaan?

Wat maakt iemand geneigd tot xenofobie? Dat begint bij bepaalde sociale waarden, zoals traditie, conservatisme en nationalisme, zegt Dražanova. “Die waarden zijn vrij onveranderlijk, zeker na een bepaalde leeftijd, wat ook weer niet wil zeggen dat iedereen van dertig jaar en ouder een verloren zaak is, maar iemands fundamentele waarden zullen niet zomaar veranderen.”

photo 1 part 1.jpg

Volgens Dražanova kan xenofobie worden ‘geactiveerd’ door een gevoel van dreiging. Onderzoekers maken grofweg een onderscheid tussen vier typen dreigingen. Tijdens de anti-azc-protesten afgelopen zomer kwamen ze allemaal voorbij: een economische dreiging (‘Zij krijgen gratis zwemles en mijn kind niet’), een culturele dreiging (‘Ze delen onze waarden niet’), een algemene angst voor vreemde mensen (‘Iedereen kent elkaar hier’), en negatieve stereotypes, vaak met betrekking tot veiligheid (‘Het zijn allemaal dieven’).

Al in 2019 bleek uit onderzoek dat ruim twee derde van de Nederlanders asielzoekers als bedreiging op de woningmarkt ziet. Onderzoekers spreken van ‘supply and demand’: sommige mensen die van zichzelf al geneigd zijn tot xenofobie, kunnen daarin actief worden gevoed. Denk aan het demoniseren van migranten door extreemrechtse politici of aan het spreken over migratie als een ‘asieltsunami’. Migranten als klimaatrampen omschrijven, is een vorm van ontmenselijking, schrijft onder meer het Ethical Journalism Network. Hierdoor wordt uitsluiting en geweld tegen migranten makkelijker geaccepteerd.

Daarnaast kan wanbestuur leiden tot daadwerkelijke problemen rond migratie, zoals hoge werkloosheid, zegt Halleh Ghorashi, hoogleraar diversiteit bij de Vrije Universiteit en onderzoeker naar het Nederlandse vluchtelingenbeleid. “Vluchtelingen moeten jarenlang wachten op een procedure, en dán opeens inburgeren.” Onderzoek laat zien dat men door dat lange wachten gevangen blijft in nare herinneringen, wat trauma’s kan versterken. “Dat leidt vaak tot frustratie en zelfs passiviteit. Velen leren daardoor de taal pas laat, blijven afhankelijk van het systeem zonder toekomstperspectief. En de media zoomen vooral in op negatieve gebeurtenissen. Dat heeft allemaal een voedingsbodem voor xenofobie gecreëerd.”

Inkomen en opleiding als factoren

Uit vrijwel elk onderzoek blijkt dat opleidingsniveau verreweg de beste voorspeller is voor of iemand vatbaar is voor xenofobie opvattingen, zegt Dražanova. Mensen die het economisch moeilijk hebben, staan ook vaker negatief tegenover migratie, al is dat verband iets minder sterk en vooral van toepassing als iemand óók conservatieve, traditionele waarden heeft.

photo 2 part 1.jpg

photo 3 part 1.jpg

photo 4 part 1.jpg

photo 5 part 1.jpg

Hoe zit dat? Volgens sommige studies leidt meer scholing ertoe dat je minder instinctief reageert op grote veranderingen, zoals immigratie. Daarnaast draait het allemaal om concurrentie en dreiging, zegt Dražanova. Mensen die economisch onzeker zijn hebben meer reden om zich in hun bestaanszekerheid bedreigd te voelen, en omdat arbeidsmigranten en vluchtelingen relatief vaak ongeschoold werk doen, zouden ook lager opgeleiden meer concurrentie vrezen.

Het is dus niet zo dat hoger opgeleiden per se meer begaan zijn met de rechten van migranten, zegt Dražanova: “Tolerantie is niet per se iets positiefs. Het kan simpelweg betekenen dat iemand zich niet bedreigd voelt door nieuwkomers, en hen daarom ‘tolereert’.”

Daarnaast kwam uit haar eigen onderzoek een opvallende conclusie: het verband tussen opleidingsniveau en migratiestandpunt bestaat eigenlijk alleen in West-Europa en de Verenigde Staten. “In Centraal- en Oost-Europa denken hoger opgeleiden niet per se positiever over migratie. Dit lijkt te maken te hebben met hoe lang een land al democratisch is: vooral in democratieën geven onderwijsinstellingen een begrip voor de rechtsstaat mee.”

Norm verschoven

Uit onderzoek blijkt dat mensen die nauw samenleven met migranten, positiever denken over migratie. Een kanttekening: mensen die wel in de buurt wonen van migranten maar amper met hen omgaan, denken juist vrij negatief over migratie. Met dat in gedachten is het een vreemde keuze van het kabinet om juist noodopvang in kleine dorpen te organiseren. “Zo wordt extra onrust gecreëerd”, aldus Ghorashi.

Ghorashi verbaast zich over de xenofobie waar vluchtelingen vandaag de dag op stuitten. “Toen ik in de jaren 80 hierheen kwam was er wel wat discriminatie, maar door de vele positieve reacties voelde ik me toch veilig en gewaardeerd. Die zijn er nog steeds, maar het negatieve geluid is veel heftiger en prominenter geworden. De norm is opgeschoven – in retoriek en beleid.”

Jurist Domenica Ghidei zag hetzelfde gebeuren: “Door sociale media, maar ook door het gedrag van politici, is de grens van wat we normaal vinden enorm verschoven. Het discours is zo verhit.” Dat is zonde en gevaarlijk, want de nuances over anti-migratie sentimenten gaan daardoor verloren, zegt zij. “Het migratievraagstuk is gelaagd en complex. Dat iemand anti-migratie is kan te maken hebben met xenofobie, of verondersteld eigenbelang, of misschien een beetje van allebei. We moeten luisteren naar elkaars angsten, desinformatie weerleggen, én aan zelfreflectie doen. Maar daarvoor is echt een ander discours nodig.”

Dit was het eerste deel in een drieluik over xenofobie. De delen zijn afzonderlijk van elkaar te lezen. In deel twee: hoe xenofoob zijn Nederland en Europa, en hoe zijn we hier gekomen